Rode neusberen zijn sociale en intelligente dieren die in Zuid-Amerika leven. Ze zijn omnivoor en eten een gevarieerd dieet, communiceren met elkaar via geluidjes, en hun lange neus en staart zijn essentieel voor het vinden van voedsel en het klimmen. Vrouwtjes en jongen leven in groepen van 15 tot 40 dieren en slapen 's nachts in bomen, terwijl mannetjes alleen leven en zich alleen bij de groep voegen tijdens het paarseizoen. 

 

Leefomgeving en gedrag

  • Leefgebied: Ze komen voor in tropische en subtropische bossen in Zuid-Amerika, waaronder Suriname.
  • Groepsleven: Vrouwtjes en jongen leven in groepen, terwijl mannetjes solitair zijn, behalve tijdens de paartijd.
  • Communicatie: Ze gebruiken veel verschillende geluidjes om met elkaar te communiceren.
  • Slapen: Ze slapen 's nachts in bomen, opgerold tot een bolletje.
  • Klimmen: Ze zijn behendige klimmers en kunnen met hun gezicht naar beneden klimmen dankzij hun dubbelgewrichte enkels. 

 

Voeding

  • Dieet: Rode neusberen zijn omnivoren en eten van alles, zoals insecten, eieren, wortels, paddenstoelen en fruit. Ze eten ook landbouwgewassen en pluimvee.
  • Gebruik van de neus: Hun lange, gevoelige neus helpt hen bij het vinden van voedsel, zelfs van grote afstand. 

Uiterlijk

  • Staart: Ze hebben een lange, beweeglijke en zwart-wit geringde staart die recht omhoog wordt gehouden tijdens het lopen en voor balans dient bij het klimmen.
  • Vacht: Ze hebben een roodbruine tot grijsachtige vacht met een witte onderkant en een opvallende witte tekening rond de neus. 

Voortplanting

  • Paartijd: De paartijd valt samen met perioden waarin er veel vruchten beschikbaar zijn.
  • Nest: Vrouwtjes bouwen een nest in een boom en bevallen daar van 2 tot 7 jongen.
  • Afhankelijkheid: De jongen zijn bij de geboorte volledig afhankelijk van hun moeder en blijven ongeveer zes weken in het nest. Na die tijd voegen ze zich weer bij de groep.