Lippenberen zijn nachtdieren die leven in Zuid-Azië en hun naam danken aan hun opvallende lippen die ze gebruiken om insecten te slurpen. Ze hebben lange sikkelvormige klauwen om termietenhopen en bijenkorven open te breken, waarbij hun neusgaten zich volledig kunnen sluiten om zich te beschermen tegen stof en insecten. De soort wordt beschouwd als kwetsbaar door verlies van leefgebied en jacht. 

 

Uiterlijke kenmerken

  • Vacht: Een zwarte, ruige vacht met op de borst een witte of blonde tekening in de vorm van een hoefijzer of V.
  • Snuit: Lange, lichtere snuit met een opvallende, vooruitstekende lip.
  • Klauwen: Lange, sikkelvormige klauwen die ze gebruiken om insecten uit hun nesten te halen.
  • Neusgaten: Kunnen volledig worden gesloten om zich te beschermen tegen stof en insecten. 

 

Leefgebied en gedrag

    • Leefgebied: Zuid-Azië, met name India, Nepal, Bhutan en Sri Lanka. Ze leven in tropische regenwouden, maar ook in drogere wouden en graslanden.
  • Activiteit: Vooral 's nachts actief en leven vaak alleen.
  • Voedsel: Een dieet van insecten (vooral mieren en termieten), fruit, honing en andere dierlijke producten.
  • Communicatie: Ze kunnen niet zo goed zien en horen, maar hebben een zeer goed ontwikkeld reukvermogen. 

Bijzondere weetjes

  • Slurpende lippen: De naam 'lippenbeer' komt van hun vermogen om met hun lippen en lange tong insecten uit hun nesten te slurpen.
  • Geen winterslaap: Ze gaan niet in winterslaap, maar hebben een rustperiode tijdens het regenseizoen.
  • Bedreigde status: De lippenbeer is kwetsbaar door verlies van leefgebied en jacht.
  • Dansberen: Vroeger werden lippenberen gebruikt om te dansen voor vermaak, een praktijk die nu grotendeels is beëindigd.