Berggeiten kunnen tot wel 3,5 meter hoog springen en hebben brede hoeven met een harde rand voor grip op rotsen. Ze leven in bergachtige gebieden, eten gras, bladeren en schors en hebben horizontale pupillen voor een panoramisch zicht. Berggeiten, ook wel sneeuwgeiten genoemd, leven vaak in kuddes en zijn planteneters die zich kunnen redden onder barre omstandigheden. 

 

Specifieke weetjes over de berggeit

    • Springen: Ze kunnen tot 3,5 meter hoog springen.
    • Hoeftechnologie: Hun hoeven zijn breed met een zachte eeltkussens en een harde rand, waardoor ze niet door de sneeuw zakken en grip hebben op de steilste hellingen.
    • Natuurlijke habitat: Ze leven in bergachtige gebieden in Zuid-Europa, Centraal- en Zuidwest-Azië en Noordoost-Afrika.
    • Dieet: Ze zijn herbivoor en eten gras, bladeren, scheuten, bloemen, kruiden en zelfs schors.
    • Zintuigen: Geiten hebben horizontale pupillen, die zorgen voor een panoramisch zicht van 320 tot 340 graden, waardoor ze roofdieren uit vrijwel alle hoeken kunnen zien. Ze hebben ook een scherp gehoor en een goed reuk- en smaakvermogen.
    • Sociale structuur: Wilde geiten leven vaak in grote groepen, ook wel kuddes genoemd.
  • Vacht: De vacht is langer in de winter om zich te beschermen tegen de kou.
  • Uiterlijk: Beide geslachten hebben hoorns, hoewel die van de bokken dikker zijn.
  • Verschil met gemzen: Berggeiten kunnen worden verward met gemzen. Een steenbok is zwaarder gebouwd dan een gems