De Canadese bever is het grootste knaagdier van Noord-Amerika en het nationale dier van Canada. Ze zijn bekend om hun bouwvaardigheden, zoals het bouwen van dammen en burchten, en hun aanpassingen aan het leven in en rond het water, zoals een waterdichte vacht, het afsluiten van neusgaten en oren, en een platte staart. Canadese bevers zijn ook monogaam en blijven hun leven lang bij elkaar. 

 

Uiterlijk en aanpassingen

  • Vacht: De vacht is meestal grijsbruin, maar kan ook zwart of zilvergrijs zijn. De ondervacht van westelijke populaties is rossiger.
  • Zwemmen: De achterpoten hebben zwemvliezen, terwijl de voorpoten dat niet hebben en gebruikt worden om te graven en voedsel vast te houden. Neus, oren en een speciale weefsel in de wang kunnen onder water worden afgesloten.
  • Staart: De staart is groot, horizontaal afgeplat en peddelvormig. Hij dient als roer, om te drijven, om te vet op te slaan en als alarm (door op het water te slaan).
  • Tanden: Ze hebben grote, oranje snijtanden die voortdurend blijven groeien en scherp blijven door het vele knagen. 

 

Gedrag en leefwijze

  • Actief: Ze zijn meestal 's nachts, bij zonsopgang en bij zonsondergang actief en houden geen winterslaap.
  • Voedsel: Ze eten voornamelijk bast van zachte houtsoorten en veel soorten planten, waaronder wilg, berk, populier en esdoorn. In de zomer eten ze ook waterplanten zoals waterlelie en lisdodde.
  • Communicatie: Bevers gebruiken castoreum, een geurige substantie uit klieren nabij hun anus, om hun territorium af te bakenen en met elkaar te communiceren.
  • Territoriaal: Ze zijn territoriaal en kunnen agressief zijn tegenover indringers.
  • Voortplanting: Canadese bevers zijn monogaam en blijven hun hele leven trouw aan één partner. Na een draagtijd van ongeveer drie maanden krijgen ze 1 tot 6 jongen. De jongen zijn bij de geboorte al behaard, kunnen snel na de geboorte zwemmen, maar blijven nog enige tijd in de burcht. 

Ecologische rol

  • Bouwers: Ze zijn meesterbouwers en kunnen met boomstammen dammen en burchten bouwen. De dammen vergroten de hoeveelheid water.