Bantengs zijn Aziatische wilde runderen die herkenbaar zijn aan hun witte "kousen" en witte snuit. Ze leven in kuddes van zo'n 2 tot 40 dieren met één stier en leven in Zuidoost-Azië, waar ze helaas met uitsterven worden bedreigd door habitatverlies en jacht. Ze zijn herbivoren, eten gras en bladeren, en spelen een belangrijke rol in hun ecosysteem door het verspreiden van zaden en het in stand houden van de voedselketen.
Kenmerken
- Uiterlijk: Ze worden 180 tot 225 cm lang en 160 cm hoog. Mannetjes zijn donkerder (kastanjebruin tot bruinzwart) dan vrouwtjes (roodbruin), en ze hebben allemaal witte poten en een witte snuit en oogvlekken. Stieren hebben vaak indrukwekkende hoorns van wel 75 cm lang, terwijl de hoorns van vrouwtjes kleiner zijn.
- Voeding: Ze zijn herbivoor en eten gras, kruiden, bladeren, bamboescheuten en in droge periodes zelfs schors.
- Sociale structuur: Ze leven in haremgroepen met één volwassen stier en meerdere koeien met hun jongen. Vrijgezelle stieren leven solitair of in aparte groepen.
- Gedrag: Bantengs zijn schuw en vooral overdag actief, maar worden nachtactief als ze worden gestoord door mensen.
Betekenis en bedreigingen
- Ecologische rol: Door hun begrazing dragen ze bij aan de plantendiversiteit in hun leefgebied. Ze verspreiden ook zaden en zijn een prooi voor roofdieren zoals tijgers en luipaarden, wat essentieel is voor het balanceren van de voedselketen.
- Bedreigingen: Ze zijn bedreigd met uitsterven als gevolg van vernietiging van hun leefgebied (door landbouw), jacht voor vlees en hoorns, en kruising met gedomesticeerde runderen.
- Status: Er zijn naar schatting minder dan 8.000 bantengs in het wild. Ze worden ook gefokt in dierentuinen en er zijn pogingen om ze te kloneren en te herintroduceren in hun oorspronkelijke leefgebieden.
- Huisdieren: De banteng is de wilde voorouder van het gedomesticeerde Bali-rund.