Lynxen zijn middelgrote katten met kenmerkende oren met zwarte pluimen, lange 'bakkebaarden' en een korte staart met een zwart uiteinde. Ze zijn uitstekende jagers die zich voeden met prooien zoals konijnen, hazen en soms ook grotere dieren zoals reeën. Er zijn vier soorten: de Euraziatische, Canadese, rode en Iberische lynx. 

 

Kenmerken

  • Oren en bakkebaarden: Lynxen hebben lange, driehoekige oren met zwarte pluimen. Aan de zijkanten van hun kop hebben ze lange haren die op bakkebaarden lijken.
  • Vacht: Hun vacht is meestal bruin of grijs, vaak met vlekken. De vacht is dikker en bleker in de winter.
  • Staart en poten: Ze hebben een korte staart met een zwart uiteinde en zeer lange poten, vooral de achterpoten, met brede voetzolen die hen helpen in zachte sneeuw. 

 

Levenswijze

  • Solitair: Lynxen zijn solitaire dieren, wat betekent dat ze alleen leven.
  • Jagen: Ze jagen door zich te verstoppen en dan plotseling hun prooi te bespringen, of door deze vanuit een hinderlaag aan te vallen. Ze doden hun prooi met een beet in de nek of in de hals.
  • Activiteit: Ze zijn meestal actief in de schemering, maar kunnen ook overdag jagen. 

Voortplanting

  • Nest: De jongen, meestal 2 tot 3, worden geboren in een nest in een grot, rots of holle boom.
  • Opvoeding: De moeder zoogt de jongen in het begin, maar de vader helpt later bij het jagen en voeden van de jongen, al is dit een uitzondering en gebeurt dit alleen bij de rode lynx.
  • Onafhankelijkheid: De jongen worden na ongeveer 11 maanden zelfstandig. 

Soorten

  • Euraziatische lynx: Komt voor in Europa en Azië.
  • Canadese lynx: Komt voor in Noord-Amerika en is nauw verbonden met de Amerikaanse haas.
  • Rode lynx: Komt ook voor in Noord-Amerika.
  • Iberische lynx: Komt voor op het Iberisch schiereiland. De soort is ernstig bedreigd door de afname van konijnenpopulaties. Door fokprogramma's is hun aantal echter gestegen.