Dwergnijlpaarden zijn solitair levende, nachtactieve herbivoren uit de regenwouden van West-Afrika die in het water duwen in plaats van zwemmen. Ze produceren een beschermende, roodachtige vloeistof om hun huid tegen de zon te beschermen en het gevaar van infecties. Als bedreigde diersoort is het dwergnijlpaard kwetsbaar voor jacht en het verlies van leefgebied door ontbossing.
Gedrag en leefwijze
- Solitaire dieren: Ze leven alleen en elk individu heeft zijn eigen territorium, al kunnen territoria elkaar overlappen.
- Nachtdieren: Overdag verstoppen ze zich in dichte bossen en moerassen, en gaan ze 's nachts op zoek naar voedsel.
- Soliitair: Ze zijn geen sociale dieren.
- Vluchtroutes: Dwergnijlpaarden volgen vaak dezelfde paden in het dichte woud, die lijken op tunnels.
- Territorium afbakenen: Ze gebruiken hun staart als een propeller om hun mest te verspreiden en hun territorium af te bakenen.
Uiterlijk en voeding
- Grootte: Ze zijn veel kleiner dan gewone nijlpaarden, met een gewicht van 180 tot 275 kg.
- Uiterlijk: Ze hebben een dikke, donkergrijze huid en kunnen hun mond tot wel 150 graden openen.
- Voeding: Ze eten bladeren, grassen, varens, vruchten en waterplanten.
- Oranje zweet: Ze scheiden een roodachtige, olieachtige vloeistof uit die fungeert als zonnebrandcrème en wonden beschermt.
- Hoektanden: Hun hoektanden (slagtanden) vallen in een holte in de bovenkaak wanneer ze hun mond sluiten, waardoor ze zichzelf niet verwonden.
Voortplanting en leefomgeving
- Draagtijd: Ongeveer 200 dagen (6 tot 7 maanden).
- Jonge dieren: Meestal wordt er één jong geboren dat bij de geboorte ongeveer 4,5 tot 6 kg weegt.
- Leefgebied: Ze leven in de regenwouden van West-Afrika, in de buurt van stromend water.
Bedreigingen
- Bedreigde diersoort: De soort staat op de Rode Lijst van de IUCN.
- Ontbossing: De grootste bedreiging is het verlies van leefgebied door ontbossing voor landbouw en mijnbouw.
- Jacht: Ze worden bejaagd voor hun vlees en ivoren slagtanden