Penseelzwijnen danken hun naam aan de witte haarkwastjes op hun oren en worden gekenmerkt door hun rossige vacht en zwart-witte gezichtsmasker. Ze zijn nachtactieve, schuwe dieren die in groepen leven in de regenwouden van West- en Centraal-Afrika. Hun dieet bestaat uit knollen, wortels en insecten die ze met hun snuit opgraven, en hun belangrijkste natuurlijke vijand is het luipaard.
Uiterlijk
- Naam: De naam "penseelzwijn" komt van de lange, witte haarkwastjes die aan de uiteinden van hun oren zitten.
- Kleur: Ze hebben een opvallende rossige tot oranje vacht, met een witte streep over de rug en een zwart-wit gezichtsmasker.
- Gezichtsmasker: Een witte "kraag" van haar rond de ogen en witte "kwastjes" op de wangen behoren ook tot hun kenmerkende uiterlijk.
Gedrag en leefwijze
-
- Activiteit: Het zijn voornamelijk nachtactieve dieren en overdag schuilen ze in dichte vegetatie.
- Voedsel: Ze graven met hun snuit in de grond op zoek naar wortels, knollen en insecten. Hun snuit is beschermd door knobbels.
- Zintuigen: Ze zijn goed in reuken, hebben een goed gehoor en kunnen ook goed zwemmen en springen.
- Sociale structuur: Ze leven in familiegroepen met een mannetje (beer), enkele vrouwtjes en hun jongen. Soms vormen grotere groepen.
Voortplanting
- Geboren: Jonge penseelzwijnen worden geboren in een holle boom of struikgewas, na een draagtijd van ongeveer vier maanden.
- Uiterlijk jongen: De biggen hebben aanvankelijk een gestreepte vacht (donkerbruin en geel) ter camouflage, die na ongeveer drie maanden verdwijnt.
- Nest: Een zwanger vrouwtje bouwt een nest van droge bladeren, hooi en takjes.
Vijanden en status
- Roofdieren: Hun belangrijkste natuurlijke vijand is het luipaard.
- Bescherming: Ondanks de jacht door mensen wordt het penseelzwijn door de IUCN als "niet bedreigd" beschouwd.