Pekari's zijn varkenachtige dieren die in Midden- en Zuid-Amerika leven en hun eigen familie vormen, de Tayassuidae. Ze zijn sociale groepsdieren die zich onderling herkennen aan geur, die ze afscheiden met een geurklier op hun rug. Deze geurklier wordt ook gebruikt om territoria te markeren en hun groepsleden te beschermen. 

 

Uiterlijk en gedrag

  • Uiterlijk: Pekari's lijken op kleine zwijnen, maar hebben een andere anatomie, zoals naar beneden gerichte slagtanden, langere poten, kleinere hoeven (met drie achtertenen) en een extreem korte staart. Ze hebben een ruwe, borstelige vacht en hun uiterlijk kan variëren per soort, zoals de witlippekari die een witte vlek bij zijn mond heeft.
  • Groepsleven: Ze leven in groepen, soms wel tot 300 individuen, en werken samen om elkaar te beschermen tegen roofdieren zoals poema's of rode lynxen. Ze kunnen ook samenwerken om een muur te vormen als er indringers zijn.
  • Voortplanting: Ook bij het opvoeden van de jongen helpen pekari's elkaar. 

 

Geurklieren

    • Functie: Pekari's hebben een muskus- of geurklier op hun rug die op een navel lijkt, wat hen de bijnaam 'navelzwijn' heeft gegeven.
  • Communicatie: Ze gebruiken deze klieren om hun territorium te markeren en elkaar te herkennen door middel van een specifieke geur. De geur is sterk genoeg om door mensen te worden waargenomen. 

Dieet en leefomgeving

  • Dieet: Ze zijn alleseters en eten een breed scala aan voedsel, van planten, vruchten tot kleine diertjes. Ze hebben een maag met drie kamers, wat hen helpt bij de vertering van vezelrijk voedsel en oxaalzuur in voedsel onschadelijk te maken.
  • Leefomgeving: Ze komen voor in diverse leefgebieden in Midden- en Zuid-Amerika, van halfwoestijnen tot tropische regenwouden, en soms tot in het zuidwesten van de Verenigde Staten.