De rode reuzenkangoeroe is het grootste inheemse zoogdier van Australië, met mannetjes die een roodachtige vacht hebben en vrouwtjes een blauwgrijze. Ze zijn uitstekende springers en kunnen wel 60 km/u halen, terwijl hun krachtige staart voor balans zorgt. Een pasgeboren jong is minuscuul, kruipt direct naar de buidel van de moeder en groeit daar verder tot een zelfstandige 'joey'. 

 

Leefomgeving en uiterlijk

  • Grootste zoogdier: De rode reuzenkangoeroe is het grootste inheemse zoogdier van Australië.
  • Kleur: Mannetjes zijn roodachtig, terwijl vrouwtjes en jongen een blauwgrijze vacht hebben.
  • Levenswijze: Ze leven in groepen, een 'mob' genaamd, van ongeveer 8 tot 10 dieren.
  • Voedsel: Als herbivoren eten ze voornamelijk gras en planten, en kunnen ze lange tijd zonder drinkwater. 

 

Springen en staart

    • Springen: Ze rennen niet, maar springen met hun krachtige achterpoten. Ze kunnen sprongen maken van wel 2 meter hoog en 13 meter ver.
  • Snelheid: Ze kunnen snelheden van wel 60 km/u halen.
  • Staart: De lange, sterke staart wordt gebruikt als een extra ledemaat om in evenwicht te blijven tijdens het springen. 

Geboorte en opgroeien

  • Baby's: Een babykangoeroe, een 'joey' genoemd, is bij de geboorte slechts 2 cm groot, blind en naakt.
  • De buidel: Het jong klimt direct na de geboorte zelf naar de buidel van de moeder om te drinken en te groeien.
  • Eerste maanden: Het jong blijft aan een tepel vastzitten in de buidel waar het melk drinkt en zich verder ontwikkelt.
  • Terugkeer: Na ongeveer 6 maanden steekt het jong voor het eerst zijn kop uit de buidel en na 8 maanden verlaat het de buidel om te grazen, maar het blijft er nog wel op en neer gaan voor bescherming.
  • Twee soorten melk: De moeder produceert twee soorten melk, afhankelijk van de leeftijd van de jongen die in de buidel zitten.