Zeenetels zijn kwallen met een goudbruine klok, giftige tentakels en mondarmen, en een dieet dat bestaat uit plankton, kleine vissen en andere kwallen. Ze zijn niet zo gevaarlijk voor mensen, maar kunnen prooien zoals kleine visjes verlammen met hun netelcellen. Ze planten zich ook aseksueel voort, waarbij poliepen zich splitsen in kleine kwallen, genaamd ephyra-larven.
Kenmerken en leefomgeving
- Uiterlijk: De Pacifische zeenetel heeft een goudbruine klok met een roodachtige tint en tentakels en mondarmen die donkerrood tot geelbruin zijn.
- Grootte: De klok kan in het wild een diameter bereiken van meer dan een meter, maar de meeste zijn kleiner dan 50 cm. De tentakels van reuzenkwallen kunnen tot 5 meter lang worden.
- Habitat: Ze leven in de volle zee, tot een diepte van 200 meter.
Voeding en jacht
- Dieet: Ze eten zoöplankton, kleine vissen en andere kwallen zoals oorkwallen.
- Netelcellen: Hun tentakels bevatten duizenden giftige cellen die bij aanraking openklappen en harpoentjes afschieten. Dit verlamt prooien die vervolgens naar de mondflappen worden gebracht.
Voortplanting
- Aseksuele voortplanting: Ze kunnen zich aseksueel voortplanten. Poliepen vermenigvuldigen zich en splitsen zich vervolgens in een reeks kleine kwallen die ephyra-larven worden genoemd.
Verhouding tot andere dieren
- Roofdieren: Zeeschildpadden, grote zeevissen en andere kwallen eten zeenetels.
- Mensen: De zeenetel is voor mensen minder gevaarlijk dan andere kwallensoorten.