Braziliaanse tapirs zijn bekwame zwemmers die hun snuit gebruiken als snorkel, zijn solitaire nachtdieren en worden ook wel de "tuinmannen van het regenwoud" genoemd omdat ze zaden verspreiden. Ze zijn herbivoren en eten voornamelijk waterplanten, bladeren en fruit. Pasgeboren tapirs hebben een gevlekte vacht ter camouflage, die na ongeveer zeven maanden verdwijnt.
Leefwijze en gedrag
- Nachtactief: Deze dieren zijn het meest actief 's nachts en leven van nature solitair, behalve moeders met hun jongen.
- Zwemmentalent: Ze zijn uitstekende zwemmers en duiken vaak om te ontsnappen aan roofdieren of om waterplanten te eten. Hun snuit fungeert als een snorkel wanneer ze onder water zijn.
- Verlegen: Tapirs zijn over het algemeen verlegen en zullen eerder vluchten dan vechten als ze zich bedreigd voelen.
Uiterlijk en fysiologie
-
- Grote zwemmers: Volwassen tapirs kunnen wel 300 kg wegen en hebben een dikke, taaie huid die hen beschermt.
- Kleur: Ze hebben een bruine vacht met lichte vlekken en strepen, wat helpt bij camouflage in het regenwoud. Pasgeboren tapirs hebben deze kenmerkende patronen, die na ongeveer zeven maanden vervagen.
- Snuit: Hun korte, flexibele snuit is perfect aangepast om door het dichte struikgewas te navigeren en bladeren en fruit te pakken.
Rol in het ecosysteem
- "Tuinmannen van het regenwoud": Braziliaanse tapirs spelen een cruciale rol in hun ecosysteem door zaden te verspreiden. Wanneer ze door het bos zwerven en hun poep achterlaten, ontkiemen de zaden later en groeien uit tot nieuwe bomen en planten.
- Belangrijk voor zaden: Door hun dieet van fruit, bladeren en waterplanten dragen ze bij aan de zaadverspreiding in hun leefgebied, wat helpt bij het regenereren van het regenwoud.