Afrikaanse olifanten zijn de grootste landdieren en hebben grote oren die helpen bij warmteregulatie en slagtanden bij beide geslachten. Ze zijn ook bekend om hun lange draagtijd van 22 maanden, hun vermogen om snel te lopen tot 40 km/u, en hun sterke geheugen. Ze eten tot 200 kilo voedsel per dag en gebruiken hun slurf voor veel taken, zoals het plukken van voedsel, het drinken van water en communicatie. 

 

 

Grootte en uiterlijk

Grootte: 

Mannelijke Afrikaanse savanneolifanten kunnen tot 6 ton wegen, ruim 3,7 meter hoog zijn en een lengte van 5 meter bereiken. Bosolifanten zijn kleiner. 
 
Oren: 
Ze hebben grote oren die helpen bij het afvoeren van overtollige warmte. De vorm van hun oren lijkt op het Afrikaanse continent. 
 
Slagtanden: 
Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben slagtanden, die doorgegroeide snijtanden zijn die hun hele leven blijven groeien. Oude olifanten kunnen enorm lange slagtanden hebben. 
 
Slurf: 
De slurf heeft twee "vingers" aan het einde, wat verschilt van de Aziatische olifant met slechts één. Ze gebruiken hem om te eten, te drinken, te communiceren en voor het grijpen van objecten. 
 

 

Leefwijze en gedrag

 

Dieet: 

Ze zijn planteneters en kunnen tot 200 kg plantaardig materiaal per dag eten. Ze eten bladeren, vruchten, wortels, gras en bast. 
 
Gezondheid: 
Hun kiezen slijten langzaam af en worden vervangen door nieuwe. Zodra ze ongeveer 60 jaar oud zijn, krijgen ze geen nieuwe tanden meer en kunnen ze niet meer goed eten, wat tot ondervoeding kan leiden. 
 
Communicatie: 
Ze kunnen communiceren met elkaar door middel van infrageluid over lange afstanden. 
 
Geheugen: 
Olifanten hebben een uitstekend geheugen en kunnen zich waterbronnen en soortgenoten herinneren na jaren. 
 
Voortplanting: 
De draagtijd van een Afrikaanse olifant is de langste van alle zoogdieren: 22 maanden. Pasgeboren kalfjes wegen ongeveer 118 kg. 
 
Intelligentie: 
Ze kunnen menselijke stemmen onderscheiden en aan de hand van de stem inschatten of een persoon een gevaar vormt.